Print

Op 28 juni 2022 heeft staatssecretaris van Rij een brief inzake de Monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking en een factsheet met dat de maatregelen beschrijft die het kabinet vanaf 2019 heeft genomen en nog tot 2024 gaat nemen om belastingontwijking aan te pakken.

 

Brief inzake de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking

In de brief inzake de monitoring van de effecten van de aanpak van belastingontwijking gaat de staatssecretaris onder andere in op de volgende onderwerpen:

 

Bronbelasting op rente, royalty’s en dividenden

Op 1 januari 2021 is de Wet bronbelasting 2021 in werking getreden. Op basis van deze wet wordt bronbelasting ingehouden op rente- en royaltybetalingen door een in Nederland gevestigd lichaam aan een gelieerd lichaam dat gevestigd is in een laagbelastende jurisdictie (LBJ)6 en in misbruiksituaties. Het bronbelastingtarief is gelijk aan het hoogste tarief in de vennootschapsbelasting (25,8% in 2022). De bronbelasting heeft tot doel om Nederland minder aantrekkelijk te maken voor doorstroomstructuren naar LBJ’s en om het risico van belastingontwijking door het verschuiven van (Nederlandse) belastinggrondslag naar LBJ’s te verkleinen. Vanaf 2024 wordt de reikwijdte van de bronbelasting uitgebreid in de zin dat ook bronbelasting op (bepaalde) dividendbetalingen zal worden geheven.

 

Bij dit onderwerp geeft de staatssecretaris ook een overzicht van de Inkomende en uitgaande inkomensstromen naar ingedeeld naar geografie en in een tweede tabel ingedeeld naar inkomensoort.

 

De ingevoegde tabellen laten zien dat de totale inkomensstroom naar laagbelastende jurisdicties (LBJ’s) sinds 2019 met bijna 85 procent is afgenomen van € 38,5 miljard in 2019 naar € 6,0 miljard in 2021. Als de Nederland uitgaande rente- en royaltybetalingen naar LBJ’s afnemen dan is dit een indicatie dat de bronbelasting het gewenste effect heeft. Een daling van de dividendbetalingen naar LBJ’s wordt pas in 2024 verwacht, wanneer de reikwijdte van de bronbelasting wordt uitgebreid.

 

Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel

Op 1 januari 2022 is de Wet tegengaan mismatches bij toepassing zakelijkheidsbeginsel in werking getreden voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022. Dit wetsvoorstel is erop gericht om mismatches te voorkomen die, in voornamelijk internationale situaties, ontstaan door toepassing van het zakelijkheidsbeginsel en die leiden tot dubbele niet-heffing. Om dit doel te bewerkstelligen beperkt deze wet de mogelijkheid voor belastingplichtigen om een neerwaartse aanpassing van de winst op grond van het zakelijkheidsbeginsel in aanmerking te nemen voor zover bij een ander gelieerd lichaam dat bij de transactie betrokken is geen of een te lage corresponderende opwaartse aanpassing in de belastinggrondslag wordt betrokken. De maatregelen bewerkstelligen daardoor dat de winst in die gevallen ten minste eenmaal ergens wordt belast.

 

Op dit moment zijn er, gezien de recente inwerkingtredingsdatum van de wet, nog geen gegevens voorhanden op basis waarvan monitoring kan plaatsvinden. Naar verwachting zal vanaf 2025 hierover gerapporteerd kunnen worden.

 

 

Het (fiscaal) opsplitsen van bedrijven vanwege het lage Vpb-tarief

In de motie van de leden Hammelburg en Grinwis wordt verzocht te monitoren op welke schaal en wijze gebruik wordt gemaakt van kunstmatige structuren waardoor op oneigenlijke wijze het lage tarief in de vennootschapsbelasting (Vpb) wordt benut en als hiertoe aanleiding is te komen met voorstellen om het oneigenlijk gebruik aan te pakken. De achtergrond van deze motie is dat in het Belastingplan 2021 de schijfgrens tussen het lage tarief (20% in 2018 en 15% in 2021) en het hoge tarief (25% in 2021 en 25,8% in 2022) in de Vpb is verhoogd van € 200.000 naar € 245.000 in 2021 en vervolgens van € 245.000 naar € 395.000 in 2022. Vanwege met name deze wijzigingen is het voordeel van het lage Vpb-tarief aanzienlijk toegenomen.

 

Op dit moment wordt het fiscaal opsplitsen van activiteiten over zelfstandig belastingplichtige lichamen geanalyseerd. Het resultaat van dit onderzoek zal naar verwachting vóór Prinsjesdag aan de Kamer worden aangeboden.

 

ATAD 1 en ATAD 2

In de Kamerbrief van 29 mei 2020 heeft mijn ambtsvoorganger aangekondigd dat het kabinet waar mogelijk de effecten van de eerste en tweede EU-richtlijnen anti-belastingontwijking (ATAD1 en ATAD2) zal monitoren. Het gaat daarbij in het bijzonder om de earningstrippingmaatregel en de aanvullende CFC-maatregel uit ATAD1 en het in kaart brengen van resterende cv/bv-structuren om de effecten van ATAD2 te meten. Een betrouwbare effectmeting is pas mogelijk zodra er voldoende aangiftegegevens beschikbaar zijn voor het ingangsjaar en de jaren daarna. Op dit moment zijn er nog onvoldoende gegevens om een effectmeting te doen. Zoals het kabinet eerder heeft aangegeven zal rapportage over de monitoring van deze maatregelen uiterlijk in 2024 plaatsvinden.

 

Overige indicatoren van belastingontwijking

In dit gedeelte van zijn brief bespreekt de staatssecretaris de volgende onderwerpen:

- Omvang van belastingontwijking

- Landenrapporten (country-by-country reporting)

- Directe buitenlandse investeringen

- Transparantie en informatie-uitwisseling

 

Conclusie

In zijn brief komt de staatssecretaris tot de volgende conclusie(s):

Het kabinet heeft de afgelopen jaren veel maatregelen tegen belastingontwijking genomen. Uit de aanzienlijke daling van rente- en royaltystromen naar laagbelastende jurisdicties leid ik af dat de bronbelasting op renten en royalty’s het gewenste effect sorteert. Het is bovendien bemoedigend dat er geen indicatie is dat deze stromen worden verlegd naar andere doorstroomjurisdicties.

 

Voor sommige maatregelen is het nog te vroeg om conclusies te trekken over de effecten ervan. Daarom zal het kabinet de ontwikkelingen in de gaten blijven houden. Ik ben van plan om uw Kamer voortaan jaarlijks in oktober een volgende editie van deze monitoringsbrief te sturen. Dit moment in het jaar kies ik vanwege de publicatie van relevante statistische gegevens over directe buitenlandse investeringen door DNB in dezelfde periode.

 

Het kabinet zet de strijd tegen belastingontwijking onverminderd voort. De komende periode ligt de nadruk in deze aanpak met name op internationale maatregelen. Het kabinet wil op Europees niveau een leidende rol innemen om de internationale afspraken over de herziening van het internationale belastingstelsel te implementeren en om misbruik van doorstroomvennootschappen verder aan te pakken.

 

De volledige tekst van de brief van de staatssecretaris van 28 juni 2022 kunt u hier downloaden.

 

Factsheet maatregelen tegen belastingontwijking en belastingontduiking

Daarnaast heeft de staatssecretaris ook nog een factsheet maatregelen tegen belastingontwijking en belastingontduiking naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze factsheet wordt een overzicht, met korte beschrijving) gegeven van de maatregelen die Nederland sinds 2019 heeft ingevoerd tegen belastingontwijking en belastingontwijking en de maatregelen waarvan verwacht wordt dat deze tot en met 2024 zullen worden ingevoerd.

 

Daarnaast wordt van bepaalde structuren high level uitgelegd hoe ze werken en hoe de genomen/te nemen maatregelen  daar tegen werken.

 

De factsheet maatregelen tegen belastingontwijking en belastingontduiking kunt u hier downloaden.

 

 

Copyright – internationaltaxplaza.info

 

 

Follow International Tax Plaza on Twitter (@IntTaxPlaza)